.
E
C O L O N I A A l p h e n a a n d e n
R i j n 
|
vv
 .
.
ECOLONIA:
12 MILIEUVRIENDELIJKE VS WONINGEN
te
ALPHEN A/D RIJN.
Bouwlokatie:
Ecolonia, Kerk & Zanen, deelgebied F, Alphen a.d. Rijn.
Kadastrale
aanduiding: Kerk & Zanen, deelgebied F,
gemeente
Alphen a.d. Rijn, sektie B, nr 5734.
Opdrachtgever:
Bouwfonds Woningbouw n.v,
Poortweg 4, 2612 PA,
Postbus 75,
2600 AB, DELFT.
|

Thema
en Uitvoering
Project
Ecolonia te Alphen aan de Rijn is gebaseerd op gezondheid en
veiligheid.
Maar natuurlijk nemen ook aspecten zoals duurzaamheid en
energiezuinigheid
een belangrijke positie in. Van de in totaal 101 woningen zijn er
twaalf
door architectenbureau van Gerwen ontworpen.
Deze
zijn verdeelt over een rijtje van acht aaneengeschakelde woningen en
tweemaal
twee-onder-eenkapwoningen. Er zijn in totaal vijf woningtypen die
allemaal
noord-zuid gesitueerd zijn. De rijwoningen zijn geplaatst aan een
smalle
straat en als stedebouwkundig accent heeft de kopwoning een extra
verdieping.
De andere woningen hebben drie slaapkamers en een badkamer op de
verdieping
en het woon-kook gedeelte bevindt zich op de begane grond.
Woningtype
A
Woningtype
A is een rijtjeswoning met een relatief hoge noordgevel aan de
straatzijde
en open gevels aan de tuinzijde. De verdere constructie is zodanig, dat
er veel massa aan de noordzijde van het huis zit. De straatgevel
bestaat
dan ook uit baksteen, terwijl de tuingevel uit lichtere materialen is
opgebouwd.
Er
zijn zowel in de woning als tussen de woningen verscheidene bufferzones
gecreeerd diie warmteverlies, geluidshinder en brandoverdracht
beperken.
In de woonkamer lopen de spectraal selectief dubbelglas ruiten door tot
op de grond, wat samen met de vloerverwarming zorgt voor een optimale
combinatie
van natuurlijke en kunstmatige verwarming.
Woningtype
C
Woningtype
C onderscheidt zich van type B door de toren. Door de situering vormt
deze
woning een stedelijk accent in de wijk Ecolonia. De extra verdieping
biedt
de mogelijkheid voor bijvoorbeeld een atelier.
Bij
deze woning kan de hoekkamer op de beganegrond dienst doen als
werkkamer.
Ook de garage kan voor verschillende doeleinden worden gebruikt;
atelier
of winkel.
Woningtype
E
Woningtype
E is de andere twee-onder-een-kap woning in Ecolonia. In tegenstelling
tot Type D bevindt de ingang zich aan de noordzijde. De
noordzijde
bestaat uit een vrij hoge gevel die de frontwerking naar de kade op
deze
manier versterkt. De zuidgevel is voorzien van overstekken, veel glas
en
de mogelijkheid om er serres aan te bouwen.
Boven
de trapkolom is een lichtkap ontworpen die op het dak voortvloeit
in een strook zonnecollectoren, die zo gevoelsmatig de woning in
tweeën
splitsen.
Woningtype
D
Woningtype
D is een van de twee twee-onder-een-kap woningen in Ecolonia. Type D
heeft
de entreepartij aan de zuidzijde, net zoals het woongedeelte.
Utilitaire
functies zoals de keuken, de badkamer en de garage, bevinden zich aan
de
noordzijde. De gehele begane grond is voorzien van vloerverwarming en
de
trapkolom wordt door daglicht van boven verlicht.
zie
ook:
Alphen
aan den Rijn: The Dutch test case for sustainable town planning
|
|
An Innocent Abroad:
The Netherlands Green Buildings & People PART 5
by Ian Theaker
October 30, 1999 PART 5
Ecolonia, Alphen aan der Rijn
I'd heard of Ecolonia several years ago - a demonstration of green,
low-rise
residential development that had it all: energy
conservation, materials selection, solar heating, water conservation
and
natural stormwater management, green roofs.... I was greatly
looking forward to seeing how the buildings had weathered since their
completion
in 1992, and what had been learned. My hopes were
more than fulfilled.
Ecolonia had its beginnings with an idea floated by W/E Consultants and
BEAR Architects, to create a large and very solid
demonstration of the state-of-the-art of energy-conserving,
environmentally-conscious
design at the turn of this decade. The intent
was to educate and reassure the mainstream housing sector of the
practicality
of novel but well-established techniques - and
deliberately *not* to be a test-bed for experimental approaches. They
managed
to convince NOVEM (the agency for energy and the
environment) to fund a feasibility study.
With the green light from the Bouwfonds Nederlandse Gementeen (the
Building
Fund of Dutch Municipalities) that both the economics
and the technical side of the project were promising, it evolved into a
development of 100 single-family, terrace and semi-attached
dwellings at a green-fields site near the small rural community of
Alphen
aan der Rijn. Financed jointly by NOVEM and the Bouwfonds
Wonignbouw, the houses were intended for sale on the open market - so
first
costs had to be competitive, and building techniques
suitable for widespread mass production.
Three themes for the development echoed those of the NMP:
energy conservation and use of renewable energy;
life-cycle management, from extraction of raw resources to eventual
return of residual materials; and
quality and durability improvement.
These themes were further elaborated into nine areas of concern for the
houses' architectural programs:
Energy Conservation:
reduced heat loss (BBHD - Bakker Boots Van Haaren Van der
Donk)
solar energy (J.P Moehrlein)
energy conservation during construction (Architektenburo
Hopman)
Life-cycle Management:
water consumption and reuse of building materials (BEAR Architekten,
Gouda)
extended lifespan & minimal maintenance (Architektenbureau Alberts
& Van Huut)
construction for flexibility in use (Lindeman cs Architekten &
ingenieurs)
Quality Improvement:
acoustic insulation (Workgroep Woningbouw en Energiebesparing)
health and safety (Peter Van Gerwen)
"bio-ecological" building (Architekten ArchiService)
A different architectural team was selected to focus on each of these
themes,
rather than get a cookie-cutter community from a single
design team. (Their names follow their focus, in brackets - I believe
in
credit where credit is due!) Overall planning of the community was
done by the renowned Belgian planner, Lucien Knoll.
At each intersection and at the ends of housing terraces, an extra
storey
on the buildings emphasizes the streetscape, and creates a
sense of entry and urbanity. The nine designs are mingled, to avoid
uniformity,
and located to create "squares" and social spaces, with
no setback from the streets. Streets, paths and squares are lit with
high-efficacy
lamps.
All of the buildings had the same general requirements:
environmentally-aware materials selections
crushed and recycled concrete aggregates
anhydrite cast floors
household waste separation and recycling facilities
solar water heaters
fossil-fuel space heating equipment to have high-efficiency, low-NOX
burners
no use of tropical hardwoods
no use of bituminous products
no radon penetration to interiors
no use of CFCs in equipment and materials
Two energy targets were set for space and water heating and cooking;
<300MJ/cu.m
and <220 MJ/cu.m; the tighter standard was
required of the "Energy Conservation" theme buildings.
The rural site, midway (about 30 kilometers) between Amsterdam, den
Hague
and Utrecht, had previously been designated for
increased growth. Like all of the Netherlands, the site is flat; an
existing
natural waterway bounds the south side. The Ecolonia houses
are only a part of a larger development, which totals some 300
dwellings
in a variety of densities and forms. Knoll's plan created small
central lake to provide a focus for Ecolonia, to treat storm runoff and
allow it to infiltrate into the ground; the little overflow from the
pond runs to the natural waterway via a small surface channel planted
with
rushes and cattails. Extensive native planting and gardens
are used to separate the buildings, with many deciduous trees for shade
in summer, and allow solar exposure in winter.
Ecolonia was consciously designed with the pedestrian having priority.
Streets have a variety of widths, but have narrow and winding
sections, and are mostly cobbled. There is no differentiation of car,
pedestrian
or bicycle paths, nor is there a through-route for cars.
Knoll used a mix of east-west and north-south blocks to create variety,
deliberately sacrificing optimal solar exposure of the housing.
Even so, almost all of Ecolonia's houses have a significant passive
solar
contribution, and active solar collectors.
There were several building design responses especially worthy of note.
Moerhlein and BEAR selected wood-frame construction - as
yet unusual in the Netherlands - largely on the basis of lower
environmental
impact over the life-cycle than the more common brick,
concrete or lime-sandstone block.
Several houses used recycled wall and roof cellulose insulation - with
detailing that reflects the warning by building scientists from the
Netherlands Organization for Applied Scientific Research (TNO)to ensure
that avoiding damp is imperative. One designer proposed
compressed cellulose insulation below the floor slab - which was
rejected
due to this concern.
All the houses underwent airtightness testing during construction, to
standards
considerably higher than those required by code.
Water-conserving fixtures were universal; composting toilets were
avoided
due to concerns with proper operation and maintenance by
the owners. BEAR collected rainwater for toilet flushing and
clotheswashing,
and recovered heat from wastewater.
Moehrlein incorporated solar conservatories in their buildings, but
they
were found to overheat in the summer due to the lack of
shading (and - my surmise - insufficient thermal mass).
Several designs (BBDH, Moerlein, Lindeman and Van Gerwen) had balanced
ventilation via heat-recovery ventilators; the others used
switched or continuous exhaust fans with window-frame inlets; and one
used
exclusively natural ventilation through carefully-placed
window-frame inlet and outlet vents.
Most buildings followed the Dutch standard practice of hydronic
heating,
but with radiators oversized according to practice at the time
to reduce temperature differentials and pumping energy. In most cases,
the high-efficiency boilers supplement the solar domestic
water heaters as required; Hopman also had solar collectors for space
heating.
Two designs had hot air/furnace heating systems -
uncommon in Holland.
ArchiService's design was unique in several respects. These were the
only
homes that had vegetated roofs. Rafters were covered with
20mm cork and a 1.3mm EPDM membrane; sloping roofs were further
insulated
with 50mm of mineral wool, and flat roofs with expanded
clay granules. These were then covered with 150mm of peat substrate and
grass turfs. As well, in these buildings, particular attention
was paid to avoiding electromagnetic fields, and global and cosmic
radiation.
Most interesting to me was the design of hydronic radiant
"heat walls", developed in conjunction with suppliers. These consist of
plaster applied over cast lime-sandstone blocks that have
channels for hot water tubing. Insulation is placed outboard of the
blocks,
and the exterior finish is brick.
Lessons Learned
In subsequent monitoring, seven of the nine Ecolonia designs met their
heating energy targets of a 25% reduction from
current standard practice in 1991; their annual primary energy
consumption
varied from 181 GJ/cu.m (Archiservice's
"bio-ecological" design) to 288 GJ/cu.m (226 to 916 cu.m of natural gas
for space heating; numbers are normalized for a
standard 300 cu.m volume). The other two projects exceeded their
targets
only slightly.
Solar energy - even with the Netherlands' cloudy, rainy winters, and
with
sub-optimal building orientation - contributed to
this performance, especially in the shoulder seasons. (Take note,
Vancouver
designers!) However, many collectors required
fine-tuning and commissioning the first year.
Annual electrical energy varied from 2765 to 4374 kWh/household,
comparable
to 1991 average consumption of 3079 kWh.
(Compact fluorescent use was already standard practice.) PV arrays were
not used due to high initial cost, except for small
ones in the BBHD designs, for pumping through the solar water heaters.
Five of the nine designs failed to meet the high air-tightness
standard,
indicating that more detailing and on-site supervision
would be beneficial.
As mentioned before, solar conservatories and rooms with large
south-facing
glazing for passive solar heating, require
shading (and probably thermal mass) to prevent summer overheating.
Heat recovery ventilators were found to be significant electricity
consumers,
and did not make large contributions to
heating energy savings in the Dutch climate. Further, they were the
least
satisfactory to the occupants, due to their
continuous noise. It was recommended that warm ventilation air should
in
future be supplied to the living rooms, rather than
the bedrooms - a contradiction to Canada's National Building Code.
Building material selections for lower environmental impact was a
positive
experience for the designers and builders.
Crushed concrete aggregate use was straightforward; alternatives to PVC
plastics were easily found, with no compromise in
quality or service; anhydrite concrete floors were healthier for the
workers,
improved airtightness and provided smoother
surfaces. Wood-framing reduced life-cycle environmental impact compared
to constructions more common in the
Netherlands, but required additional care in construction, and in
maintenance
(no surprise to Vancouver's Barrette
Commission...) Laminate use was successfully limited; but too few
interior
finish options offered to the buyers resulted in
later modifications - and materials waste.
Airtight floors barring radon penetration, and selection of finishes
with
low emissions, improved occupants' perception of air
quality inside the homes.
Residents were most satisfied with the hydraulic heating systems -
particularly
the radiant floors and walls. They were less
satisfied with the hot-air systems, especially with their lack of
individual
control of temperature in each room, dry and dusty
air, noise, and distribution of cooking odorous. These last two
complaints
were also leveled at the heat-recovery ventilation
systems. The wholly natural ventilation system gave the most
satisfaction;
and then the exhaust-only systems.
Construction costs were kept competitive - but only after the original
designs were re-examined for savings. Prices ranged
from 191,000 to 298,400 NLG in June 1992, comparable to market prices
for
the average homebuyer.
I spent a fine afternoon wandering the site, looking and photographing
the buildings, streets and squares. The houses are all in fine
shape; and ArchiService's grass roofs, and the vine-covered trellises
at
the corners of the BEAR designs are especially beautiful. The
pond creates a very healthy, tranquil - and desirable - focus to the
community;
it is largely surrounded by reeds, with a resident family
of ducks, which delighted the small kids I saw playing as I sat on it's
shore. The kids had no fear playing in the streets, and the design
was such that a parent could easily keep an eye on them from their
homes.
Anton Alberts' brick houses struck an odd note, with their
tilting rooflines and window frames - but fit superbly with their
gorgeous
gardens (one of the ducks was peacefully asleep on the patio
between the house and the reeded overflow channel). Obviously, their
residents
take a great deal of pride in their homes, and for
good reason.
I also had a chance to speak with Martin Regenboug, one of Ecolonia's
first
residents, and steward of the Informatiecentrum Ecolonia.
He is the very satisfied owner of one of ArchiService's
"bio-ecological"
row homes.
He obviously loves his terrace house, and the community - he was most
generous
with his time, information and hospitality. Martin found
me sitting in the small grassed space behind his home, where I was
watching
(several!) flocks of birds feed and chatter in the
vegetation that covered his roof. We had tea in his back yard, at a
beautiful
handcrafted birch table that once formed the base of a
model of Ecolonia, for the benefit of tourists like me. He was
especially
happy with the wall heating system - silent, comfortable, and
economical. He could not recall *any* problems with any of the homes -
and he's been keeping track since the beginning.
Apparently, general interest in Ecolonia has died down in the past few
years; I was the first visitor he'd had in months. It seems that its
lessons have already been internalized by the Dutch mainstream - either
that, or the novelty value has disappeared. He was
disappointed, however, in the lack of environmental fervour exhibited
by
his neighbours, whom he felt took the community, and what it
represented, for granted. He told me that the market value of Ecolonia
homes is significantly higher than the other homes in the larger
surrounding development, for several reasons. The proximity to the
pond,
the lower operating costs, and the healthy construction are
all selling features that command a premium - much the same experience
in Village Homes in Davis, California. Are any mainstream
Canadian developers in the crowd?
|
Architecten-bureau
voor energie ontwerp, architectuur en stedenbouw, amersfoort.
Woningbouwprojecten,
ecologisch/ energetische projecten.
Opdrachtgevers:
professionele ontwikkelaars,
bouwbedrijven, woningcorporaties, particulieren, gemeenten
Architects
Office in Holland, Sustainable Building, Energy Conservation, Ecologic
Architecture
architect,
architects, architekt, architecten bureau, architecten buro,
architekten bureau, architectenburo, architectenkantoor,
architectenbureau, architecture, exhibitions, expositions, architecte,
duurzaam bouwen, innovatie, leefbaarheid, energie, Amersfoort,
Nederland, Holland, The Netherlands, Huis bouwen, school, scholen,
eigen huis bouwen, ontwerpen, woning, goedkoop, passief huis,
zonnecollector, warmteopslag, gebouw ontwerpen, dubo, DuBo, woningbouw,
utiliteitsbouw, energie-advies, Eco-Quantum, EPC-berekeningen, duurzame
stedenbouw, ruimtelijke ordening, duurzaam klussen, renovatie,
nieuwbouw, EPC, energieprestatiecoëfficiënt,
milieuvriendelijk bouwen,
Voorbeeldprojecten Duurzaam en Energiezuinig Bouwen, binnenmilieu,
onderzoek, communicatieplannen, sustainable building, Green Building
Challenge, EPW, Energieprestatie, PV, Optimale Energie Infrastructuur,
Vinex, Vinex-locaties, energievisies,
Energieprestatiecoëfficiënt,
duurzaam verbouwen, Energiezuinig bouwen, renovatieprojecten,
herstructurering, dubokwaliteit, prijsvraagontwerpen, waterbesparing,
water, hemelwater, Apple, Macintosh, minicad, vectorworks, passieve
zonne-energie, PZE, zonnecellen, integraal ontwerpen, milieu,
milieuvriendelijk, woonomgeving, Persoonlijk Wonen, peter van
gerwen,
individueel opdrachtgeverschap, gestapeld bouwen, appartementen,
stadsvernieuwing, industrial heritage, cartografie, basiskaarten.
Architecten-bureau
voor energie ontwerp, architectuur en stedenbouw. Amersfoort.
Woningbouwprojecten, ecologisch/ energetische projecten.
Opdrachtgevers:
professionele ontwikkelaars, bouwbedrijven, woningcorporaties,
particulieren, project ontwikkeling
Architects
Office in Holland, Sutainable Building, Energy Conservation, Ecologic
Architecture, Biologic architecture.
Thema's:architect,
architects, architekt, architecten bureau, architecten buro,
architekten bureau, architectenbureau, architectuur, architecte,
duurzaam bouwen, dubo, leefbaarheid, energie, amersfoort, nederland,
holland, the netherlands, huis, duurzaam bouwen, ontwerpen, woning,
zonnecollector, woningbouw, utiliteitsbouw, duurzame stedenbouw,
milieuvriendelijk bouwen, water, passieve zonne-energie, integraal
ontwerpen, woonomgeving, persoonlijk wonen, particulier
opdrachtgeverschap, architectuuroverzicht, architectuur overzicht,
architectuur-overzicht, architectuur- overzicht,architect, architects,
architekt, architecten bureau, architecten buro, architekten bureau,
architectenburo, architectenkantoor, architectenbureau, architectuur,
architecture, exhibitions, expositions, architecte, duurzaam bouwen,
innovatie, leefbaarheid, energie, Amersfoort, Nederland, Holland, The
Netherlands, huis bouwen, eigen huis bouwen, ontwerpen, woning,
zonnecollector, warmteopslag, warmtewanden, lage temperatuur
verwarming, gebouw ontwerpen, dubo, DuBo, woningbouw, utiliteitsbouw,
energie-advies, Eco-Quantum, EPC-berekeningen, duurzame stedenbouw,
ruimtelijke ordening, duurzaam klussen, renovatie, nieuwbouw, EPC,
energieprestatiecoëfficiënt, milieuvriendelijk bouwen,
Voorbeeldprojecten Duurzaam en Energiezuinig Bouwen, binnenmilieu,
onderzoek, communicatieplannen, sustainable building, Green Building
Challenge, EPW, Energieprestatie, PV, Optimale Energie Infrastructuur,
Vinex, Vinex-locaties, energievisies,
Energieprestatiecoëfficiënt,
Energiezuinig bouwen, dubokwaliteit, prijsvraagontwerpen,
waterbesparing, water, hemelwater, passieve zonne-energie, PZE,
zonnecellen, integraal ontwerpen, milieu, milieuvriendelijk,
woonomgevingwaterbesparing, sedumdaken, groene daken, bouwbesluit,
energie ontwerp, energie gebruik, energie besparing, ecologische stad,
ecologisch bouwen, ecologische architectuur, ecologische architecten,
ecologische architect, ecologische architectuur, duurzame stad, gewild
wonen, individueel bouwen, duurzaam bouwen architecten, duurzaam bouwen
architect, duurzame architectuur, duurzame architecten duurzaam bouwen
projecten, duurzaam bouwen architectuur, architect duurzaam bouwen,
architect duurzaam bouwen, dubo woningen, woningen dubo, duurzame
woningen, duurzaam gebouwde woningen, duurzame materialen, duurzaam
wonen, integraal ketenbeheer, milieubeheer, milieubewust ontwerpen,
milieubewust bouwen, ecologisch bouwen, ecologisch wonen, ecologische
stad, natuurlijk wonen, schoon wonen, woon werk en water, kringloop
architectuur, harmonische architektuur, kringloop architecten, bouwen
en milieu, VIBA, integraal ontwerpen, zonne energie, solar energy,
sustainable, laak, water
|
|