E c o l o n i a
Dutch
Articles Dutch
•
![3.1 Ecolonia, Nederland
Gestart in 1991, "Ecolonia was onderdeel van een uitbreidingsplan in de gemeente Alphen aan der Rijn, gelegen tussen de steden Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht, in wat bekend staat als Nederland het 'groene hart'". Het project werd ondersteund door het Nederland Ministerie van VROM, Economische Zaken, Milieu en Ruimtelijke Ordening (Blundell, 1992; Hans, 1995). "Het bestaat uit 101 geschakelde woningen en een terras binnen een ontwikkeling van 280 eenheden binnen een stedelijke uitbreiding van Kerk en Zanen nummering 6000 woningen, ten zuiden van Alphen" .1 De Ecolonia project was gericht op duurzame energietechnologieën, duurzaam bouwen aan te tonen en te bevorderen , en meer duurzaam leven praktijken (Blundell, 1992; Hans, 1995).
In 1989 heeft Nederland de regering introduceerde het Nationaal Milieubeleidsplan, dat zeer instrumenteel in de ontwikkeling van Ecolonia was. Het plan, gericht op het opbouwen van de industrie, gericht op voornamelijk woningbouw, heeft drie grote thema's waar belangrijke stappen die nodig zijn om te worden geboekt op weg naar een duurzame en kwalitatieve verbetering voor de burgers van Nederland in het jaar 2000 de drie beleidsthema's van dat plan waren Energy behoud, Life-Cycle Management en Quality Improvement. Deze thema's en de verdere detaillering voorzien programmatische overwegingen voor het betrokken bij de ontwikkeling van Ecolonia architecten, en worden aangeduid later. Laten we nu eens kijken naar de Ecolonia gemeenschap ontwerp geïnformeerd door de drie thema's.
Het concept plan voor Ecolonia werd ontwikkeld door Lucien Kroll, bekend om zijn pleidooi voor een stedelijke ontwikkeling vorm die een relatie tussen mensen en hun omgeving bevordert. Zijn ideeën zijn gebaseerd op de principes van natuurlijke expansie, waar een [ontwikkeling komt tegemoet aan de behoeften van de gemeenschap door middel van het bouwen van veerkrachtige ecosystemen]. De volgende zijn de drie thema's waarbinnen de bouw van sociale woningen in de ontwikkeling van Ecolonia werden beschouwd.
Energiebesparing
Integral Life Cycle Management
Quality Improvement
Alle ecologische ontwerpconcepten opgericht onder de drie thema's die gericht zijn op vermindering van het energieverbruik (met ten minste 25%), het verminderen van waterverbruik, het verminderen van het landgebruik, het verminderen van de snelheid van de winning van grondstoffen, en het verminderen van fossiele brandstoffen te gebruiken. Ook de ontwikkeling van Ecolonia gericht op de openbare ruimte uit te breiden en faciliteiten. Integral Life Cycle Management en Quality Improvement worden besproken met speciale aandacht voor organische vormgeving, water en sanitaire voorzieningen, de biologische landbouw en landgebruik, vervoer en economische haalbaarheid, terwijl energiebesparing, besproken naast, uiteindelijk wordt integraal onderdeel van de andere twee thema's. Alle drie de thema's zijn delen van een geheel - duurzaamheid als bedoeld in Ecolonia ontwikkelaars.
3.1.1 Energiebesparing
Eigenschappen van het ontwerp:
Hoge thermische isolatie
Ecolonia gemeenschapsontwikkeling muren, daken en vloeren werden geïsoleerd met materiaal met een Rc = 4 m2 K / W voor wanden en daken, en Rc> 3 m2 K / W voor de vloeren. Here "hoge isolatiewaarde of R geldt voor de isolerende eigenschappen van materialen, hoe hoger de R-waarde, hoe beter de isolatie. De praktijk van het gebruik van hogere R-waarde isolatie, in combinatie met strakke gebouw praktijken levert goede resultaten leveren een omgeving die efficiënt en comfortabel. Hoge isolatie kan leiden tot een verhoogde kosten op korte termijn, maar dit zal worden gecompenseerd in tijd door lagere brandstofkosten en een meer comfortabele leefomgeving ".
Ramen met een hoge thermische weerstand
Dubbele beglazing met externe zonwering (rolluiken) werd gebruikt in Ecolonia. Windows (enkel of dubbel glas) zijn verkrijgbaar in verschillende staten van de uitstraling. Emissivity "betrekking op de hoeveelheid warmteverlies toegestaan een raam. Hoe groter het aantal ruiten van een venster, hoe minder emissiviteit heeft. De oprichting van de dode lucht spaties of lucht buffers tussen de ruiten verder
vermindert de emissiviteit van het venster ". Ecolonia ontwerpers gebruikten ook Low-E glas die zich reflecteert tot 90% van langgolvige straling (warmte), maar laat kortgolvige straling (licht) in. "Low-E glas de neiging om warmte-energie te houden in het gebouw tijdens de winter, en houd de warmte-energie buiten het gebouw in de zomer ".
Compacte bouwstijl
Kleinere eengezinswoning wooneenheid maten ontworpen voor Ecolonia ontwikkeling was een belangrijke motor van sociale verandering en werden overgenomen in andere ontwikkelingen in Nederland ", zoals de sociale en demografische profiel van de familie en andere huishoudelijke regelingen veranderingen. Kleinere eenheid maten zijn ontworpen om efficiënter gebruik te maken van het interieur ruimtes te maken met behoud van zonne-energie en grond access ". Hogere dichtheid gebouwen creëren een "compacter, efficiënte en betaalbare woningbouw. Net dichtheid van kleinere eenheid maten Ecolonia bereik van 7 tot 14 eenheden per acre "(ongeveer 4050 vierkante meter). De voordelen van een compacte bouwstijl zijn: "lagere impact op de natuurlijke omgeving, compacter en toegankelijker wijken die gemeenschap te bevorderen, mogelijkheden voor integratie openbaar vervoer, minder infrastructuur uitgaven, lagere kosten voor materialen en constructie, en minder onderhoud, onderhoud en energie-uitgaven (life-cycle costs) ".
Zonne-energie voor passieve en actieve verwarming en warm water
De gebouwen moeten worden ontworpen op een manier dat zonne toegang maximaliseert en minimaliseert wind bloot. De gebouwen in Ecolonia bereikt juiste richting die goed is afgestemd op de straten. Daarbij Ecolonia toegenomen menselijk comfort door het maximaliseren van passieve zonne-energie en de vraag naar externe energie werd verminderd. Gebouwen in Ecolonia werden ontworpen om zonne-energie te verzamelen met ramen als de belangrijkste verzameling bron. Dit werd gedaan met behulp van passieve ontwerpen: een goede oriëntatie gebouw met 50 - 60% van het gebouw ramen georiënteerd op de zon (op het zuiden in het noordelijk halfrond en het noorden in het zuidelijk halfrond) en actieve ontwerpen: zonnecollectoren op een binnenruimte van het gebouw te verwarmen , maar zonnecollectoren verzamelen zonnewarmte mechanisch met behulp van extra externe elektrische energie te pompen werken, werden de motoren etc. Zonneboilers gebruikt voor het verwarmen van water ook.
3.1.2 Biologische ontwerp dat de natuurlijke cyclus (duurzaamheid en onderhoud) beschouwt
Eigenschappen van het ontwerp:
Materialen van de natuurlijke koolstofcyclus, zoals hout cellulose, natuurlijke verven, harsen werden gebruikt bij de ontwikkeling van Ecolonia en cement werd gebruikt voor latere recycling
Gerecycled materiaal, zoals puin en beton granulaat werden gebruikt in de begane grond en gipsplaten afkomstig van rookgasontzwaveling
Ramen en kozijnen gemaakt van lokale naaldhout, met hardhouten lateien en dorpels en andere eenvoudig te vervangen materialen en herbruikbare componenten werden gebruikt in Ecolonia.
"Recycling wordt gezien als de derde fase van de energie en het behoud van materiaal in het verminderen-hergebruik-Recycle 'trilogie'". Materialen te recyclen zijn hout en hout, kasten, deuren en andere houten voorwerpen. Ook prefab en voorgespannen betonplaten, staalconstructies en gevelbekleding, beglazing en andere modulaire bouwelementen.
3.1.3 Water en sanitaire voorzieningen
eigenschappen van het ontwerp
Vermindering van het waterverbruik
In Ecolonia regenwater wordt geoogst en gebruikt voor irrigatie, doorspoelen van het toilet en de auto wassen. Retentie vijver is gebouwd in het midden van de Ecolonia community site. Mole drains worden gebruikt om water te voeren naar de vijver waar "wordt gereinigd door een verscheidenheid van moerasplanten zoals riet en lisdodde. Deze vegetatieve filters helpen bij het afbreken van de verontreinigende stoffen in water verzameld uit het wegdek en chemische residuen, in sommige gevallen uitgeloogd van gazons en tuinen ".
helofytenfilters
Dit afvalwater behandeling die verschilt van de conventionele riool waar het slib zinkt naar de bodem van de put voor anaerobe afbraak plaatsvindt. In Ecolonia, "ondiepe vijvers zijn bevolkt met water hyacinten en stier rent dat de steun van de natuurlijke processen van de zonnestralen, door de wind geleverd verplaatsen van de water zuurstof en bacteriën en algen in de vijver zijn. Het plantaardige materiaal kan grote hoeveelheden stikstof en fosfor, en opzuigen toxinen verwijderd zoals zware metalen en fenolen in de plantenbiomassa ". Bovendien kan deze plant materiaal worden geoogst en verbrand te ontdoen van de giftige stoffen en zorgen voor warmte. "Het effluent vrij genoeg ziekteverwekkers die kan worden gesproeid op het land te irrigeren, waardoor water terug naar de grond die is gereinigd in een duidelijk meer natuurlijke wijze"
Neerslag
Neerslag kan een grote bron van water voor de tuin en kas irrigatie zijn. Wanneer gekanaliseerd in een gebouw, kan het worden gebruikt voor vele doeleinden: het doorspoelen van toiletten, het wassen van kleding, het besproeien van kamerplanten. "Tijdens gematigde seizoenen, kan regenwater vaten noodzakelijk vocht te leveren voor een tuin of kruid plot, vrij van maatschappelijke waterconsumptie of rioolrecht. Eaves troggen kan worden geleegd in doelbewust ontworpen vaten die onderaan gemonteerde slang hulpstukken waardoor de zwaartekracht gedwongen water om de natuurlijke neerslag aanvullen waar nodig "hebben.
Waterbesparende douches, kranen en toiletten
De meeste van waterbesparende apparatuur gebruikt in Ecolonia omvatten kraan beluchters met een ontlading zo laag als 2 liter / minuut, lage flow douchekoppen met debieten tussen de 6 en 10 liter / minuut, een hoge efficiëntie toiletten met debieten tussen 2 tot 6 liter / flush.
Andere waterbesparende concepten en apparaten zijn voorlader kleding wasmachines met tot een derde verminderd met de hoeveelheid water als conventionele bovenlader modellen. Aanzienlijke waterbesparing kan worden gegenereerd door het niet gebruiken van het gerecht, tenzij het absoluut noodzakelijk is en alleen wanneer deze vol is. "Andere water bespaard kan worden bereikt als een kruik water voor drinken in de koelkast zodat het koud blijft, en het gebruik van soaker of neopreen osmose slangen op het gazon of in de tuin".
3.1.4 Biologische landbouw en landgebruik
eigenschappen van het ontwerp
voedselkringloop
Biologische technieken, zoals compostering, mulchen, en het gebruik van vloeibaar en vast afval als meststof worden gebruikt in Ecolonia. "Het is een alternatief voor het vrijgeven van giftige verontreinigingen uit herbiciden en kunstmest in de bodem, oppervlaktewater en grondwater. Biologische technieken zijn belangrijk bij langdurig gebruik van de grond voor de productie van voedsel en de duurzaamheid van de bodem omdat het recycleert energie, voedingsstoffen en mineralen met minimale schade aan de lokale watervoorziening en wilde dieren "term.
3.1.5 Vervoer
eigenschappen van het ontwerp
verkeer herconfiguratie
Ecolonia wordt in het westen begrensd door een langzaam verkeer route van het stadscentrum naar het educatieve park Archeon. Een doelstelling in het ontwerpen Ecolonia was om het bedrag van de auto op basis van transport te verminderen. Winkel centrum, is het lokale centrum in het noorden van Ecolonia dat een aantal winkels binnen een tien minuten lopen naar het regionale station biedt. De stad-centrum van Alphen aan den Rijn is ongeveer vijftien minuten lopen van het station.
Binnen Ecolonia, wandelen en fietsen zijn de belangrijkste vormen van vervoer wat resulteert in lage niveaus van ruis en verbeterde veiligheid. Auto-gebaseerde routes die zijn gevonden in Ecolonia zijn ontworpen voor lage snelheid. De zwakte van het verkeerssysteem in Ecolonia is dat het niet duidelijk de scheiding maakt tussen de verschillende soorten verkeer. Er zijn geen gemarkeerde parkeervakken of aparte ruimtes voor fietsers en voetgangers. Gebieden ontworpen voor spel en gemeenschappelijke ruimtes zijn ook vaak geparkeerd op.
3.1.6 Economische levensvatbaarheid
Lokale werkgelegenheid gecreëerd door de ontwikkeling van Ecolonia omvatte twee kappers en een arts. Sinds Ecolonia is ontworpen op een zodanige wijze dat er een goede toegang tot het arbeidsproces centra in de regio, veel van haar inwoners reeds stabiele banen gehad voordat hij naar het. Verhuizen naar Ecolonia, onder andere redenen was juist om dichter bij de plaats van het werk te zijn.
Er waren huisvesting "subsidies van 6.000.000 Nederlandse guldens die werden bijgedragen door de ministeries van Economische Zaken, Bouw en constructie, Ruimtelijke Ordening en Milieu", alle gericht op het bereiken van de doelstellingen van het Milieubeleidsplan (NMP).
Moderne energie en zuinig gemeenschap ontwerpen zoals Ecolonia kan verschijnen duurder in het begin, in vergelijking met de kosten van traditionele gemeenschap ontwerpen te zijn ", maar op de korte termijn kosten worden gecompenseerd door de voordelen op lange termijn als gevolg van doordachte planning en innovatief design . De operationele kosten van deze woningen zijn aanzienlijk lager dan die gebouwd in de omringende gemeenschap volgens de normale praktijk "- business as usual (BAU) scenario.
3.1.7 Slotopmerkingen
De community development project van Ecolonia was niet gericht op 'groene' bewoners, maar om aan te tonen dat de milieu-overwegingen in de woningbouw ontwerp aantrekkelijk voor alle kan zijn. Volgens Blundell (1992) en Hans (1995) milieuaspecten van Ecolonia bleken aantrekkelijk en relevant zijn voor de kopers van een woning te zijn en veel van hen verklaarde dat hun milieubewustzijn is toegenomen sinds de overstap naar Ecolonia.
Ecolonia blijkt dat meer duurzame woningen is in Nederland mogelijk woningbouw sector. De eerste stap is gezet en de betrokkenen veel hebben geleerd en geven ze hun vermogen om verder te gaan in toekomstige projecten ontwikkeld.
Volgens Van Der Ryn & Cowan (1996), positief ontwerp biedt drie strategieën voor de aanpak van niet-duurzaamheid: behoud, herstel, en rentmeesterschap zoals vermeld in deel A van het Behoud gewoon vertraagt de snelheid waarmee hulpbronnen en energie worden verbruikt, en helaas gaat ervan uit dat de schade moet worden gedaan en de enige mogelijkheid om deze schade voor de ontwikkeling (van Der Ryn & Cowan, 1996) zoveel mogelijk te beperken. Volgens mij, Ecolonia community development project gerealiseerd meer van behoud en rentmeesterschap dan regeneratie voor de aanpak van niet-duurzaamheid, al waren er gebieden waar positieve ontwerp op basis van positief denken is bereikt, zoals helofytenfilters, gebruik van natuurlijke verven, passieve zonne-energie oogsten, composteren, en regenwater. Maar de meeste ontwerp maatregelen Ecolonia, zoals recycling, dichtere gemeenschappen om landbouwgrond te behouden, het toevoegen van isolatie, het installeren van waterbesparende apparatuur, en het vervoer werden gebruikt om de schade te beperken, dan bij te dragen aan een netto sociale en milieuwinst. Volgens zowel Van Der Ryn & Cowan (1996) en Birkeland (2002) behoud alleen kan niet leiden tot duurzaamheid, omdat het impliceert een nettoverlies van hulpbronnen en energie.
5 Bibliografie
(www.arch.umanitoba.ca/sustainable/.../ecolonia/ecoindx.htm)
Blundell, J.P. ongedateerd. Ecolonia, Community planning, Alphen-aan-den-Rijn, Nederland. Architecture Review, Londen, maart. 1992 in Londen. Nr. 1141 [Online] .http: //www.arch.umanitoba.ca/sustainable/cases/ecolonia/eco024.htm. Betreden 5 augustus 2009
Hans, O. 1995 Techniek en prestaties van de Ecolonia Demonstratieproject. Delft: TNO-Bouw.
in RCan. Innovative Housing Proceedings. Volume 3: Toepassingen en demonstraties. Ottawa. p 33-41. [Online]. Betreden 5 augustus 2009
Case Study: Motale Ben Mokheseng, student QwaQwa, Zuid-Afrika, augustus 2009 (fragment van de studie)
bron: Ben Mokheseng - Auroville, Ecolonia, Lynedoch - Duurzaamheid ...
Student nummer: 15553019
Cursus: MPhil Duurzame Ontwikkeling en Planning
Management (hernieuwbare en duurzame energie)
Module Name: Ecologische Design for Community Building
Lezing Naam: Prof Mark Swilling
Datum: 11 augustus 2009
Titel van Opdracht: Ecologische Design for Community Building
Verklaring: Ik bevestig hierbij dat de opdracht is het product van mijn eigen werk en onderzoek
en is geschreven door mij en verder dat alle bronnen die daarin gebruikt zijn erkend.](---Ecolonia.I.txt.Nederlands_files/shapeimage_6.png)
![Alphen aan den Rijn: Ecolonia - de Nederlandse testcase voor duurzame stedenbouw
land:
a) West-Europa
b) Nederland
taal:
Type:
Project, Concept, 1
gebied:
District / wijk, 20.000-100.000
Acteurs:
Lokale overheid, Rijksoverheid, economische sector
financiering:
Lokale overheid, Rijksoverheid, Economische Sector
onderwerpen:
Architectuur en bouw
energie
gezondheid
Huisvesting (en nieuwe nederzettingen)
hernieuwbare grondstoffen
water
doelstellingen:
Publieke bewustzijn te vergroten
Verhoog het gebruik van ecologische bouwmaterialen
Een intensiever gebruik van hernieuwbare hulpbronnen
Het energieverbruik te verminderen
Waterverbruik verminderen
het vermijden van afval
instrumenten:
Demonstratie en pilootproject
Geïntegreerde planning aanpak
samenvatting:
De duurzame stedenbouw project te Alphen aan den Rijn werd in opdracht van de Nederlandse nationale milieuagentschap om ervaring op te doen op het gebied van ecologische stedenbouw alsook op het gebied van ecologische architectuur. Het project bij Ecolonia is een opmerkelijke prestatie bij het naderen van de volgende gebieden van duurzaamheid:
• nadruk op heterogeniteit in stedenbouw en architectuur, om verschillende ecologische benaderingen te testen;
• regenwaterhergebruik;
• gebruik van passieve en actieve zonne-energie;
• uitvoering van energiebesparende concepten;
• vermindering van het waterverbruik;
• het gebruik van duurzame materialen;
• ontwerp van flexibele lay-outs;
• het ontwerpen van speciale geluidsisolatie;
• bijzondere aandacht voor de aspecten van gezond leven.
•
Concept en de doelstellingen
In het midden van de jaren 1980 het idee van de bevordering van het milieubewustzijn en energiebesparing bouwprojecten nieuwe impuls kreeg, als de interdisciplinaire planning aanpak werd steeds meer op het gebied van ecologische stedelijke ontwikkeling aangenomen. De bedoeling van de Nederlandse demonstratieproject was om de hoge kwaliteit van de kennis die al beschikbaar is laten zien. Bijgevolg, het Nederland Bureau voor Energie en Milieu (NOVEM) en het ministerie van Economische Zaken de handen ineen geslagen en in opdracht van een voorstudie naar de haalbaarheid van een dergelijk project in 1989 deze eerste stap omvatte ook een onderzoek met de deelnemers van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). Het doel was om een verregaande consensus over de richtlijnen van ecologische bouw en milieu-uitgangspunten instandhouding in om de grootst mogelijke basis te identificeren voor een duurzaam goed te bereiken.
Na inventarisatie van alle relevante richtlijnen, wetten, nationale plannen en politieke verantwoordelijkheden, de betrokken ministeries gevraagd 17 architecten te schetsen van hun ideeën voor een milieuvriendelijke project in 1990 Het doel was om een woonwijk met ongeveer 100 woningen te bouwen. De architecten moesten concentreren op geselecteerde thema's uit het Nationaal Milieubeleidsplan. In 1989 publiceerde de Nederlandse regering dit plan met het oog op een beleid dat verder zou gaan dan de wettelijke eisen van de betrokken beleidsterrein te stimuleren. In het geval van ecologische stedenbouw, de nationale beleidslijnen bijzondere aandacht besteden aan het gebied van energie extensivering, flow management en kwaliteitsverbetering. De Nederlandse demonstratie model implementeert deze belangrijke uitgangspunten bij het nemen van de volgende maatregelen in aanmerking:
Energie-extensivering:
• het verlies van warmte moet worden verminderd door de isolatie van de individuele huizen, de installatie van rolluiken (buiten), en de gunstige ligging in samenhang met isolatie;
• zonne-energie worden gebruikt door incorporatie van bijzondere tuinkamers en ligstoelen, evenals de specifieke zonering van ruimte;
• het energieverbruik moet worden verminderd door een bewuste bouwproces en het energieverbruik per wooneenheid is beperkt tot een maximum van 300 MJ / m3 (lage energie bouwmaterialen, vermijden van energieverbruikende bouwmethoden).
Flow Management (Integraal ketenbeheer):
• extra aandacht moet worden besteed aan de vermindering van het waterverbruik en het hergebruik van bouwmaterialen (installatie van toiletten met minimaal waterverbruik, low-flow douches, apparaten met waterbesparende armaturen, selectie van herbruikbare en duurzame bouwmaterialen, maximalisatie van het aantal componenten die gemakkelijk kunnen worden gedemonteerd voor hergebruik, de installatie van houten vloeren tussen de verdiepingen en de minerale wol in plafonds als maat voor geluidsisolatie);
• bijzondere aandacht moet worden besteed aan het gebruik van ecologische materialen en de inzet voor de zogenoemde organische architectuur (een zorgvuldige selectie van materialen en componenten [bijvoorbeeld cederhout of Europese of Canadese hardhout in plaats van tropische houtsoorten], maximaal gebruik van korrels uit gebruikte beton en baksteen, een zorgvuldige keuze van de vorm en structuur van de ruimtes en bouwelementen);
• de planning en implementatie proces moet open staan voor flexibele veranderingen in de bouw en de functies zijn (creatie van flexibel en eenvoudig uitbreidbaar gebouwen, catering voor combinaties van wonen en werken in de huizen).
Kwaliteitsverbetering:
• een focus van kwaliteitsverbetering moet geluidsisolatie binnen en buiten het huis (vooral geluidsisolatie in gevels en tussen kamers en installaties, integratie van een ophangsysteem met een rail van planken als vaste elementen om hinder van het boren van een gaatje te voorkomen in de muren, bepaling van uitneembare binnenwanden);
• gezondheid en veiligheid moet ook speciale aandacht (bevoorrading van open kruipt ontvangen om radongas, plaatsen van rookmelders in de woon-en slaapgedeelte, het gebruik van vuurbestendige materialen, extra vuurbestendige deuren, brand vluchtwegen met een zolderraam, plaatsen van voorkomen een rechte trap, entree deuren met veiligheidsglas, wassen en drogen faciliteiten op dezelfde verdieping, het gebruik van vloerverwarming, het vermijden van plinten en houten drempels, de installatie van de opknoping keukens en toiletten, geen hoeken stof verzamelen);
• gebruik van bio-ecologische opbouwprincipesvan en materialen (vermijding van negatieve elektromagnetische velden, gebruik van niet-toxische en in water oplosbare verven etc.).
Naast scripties richtlijnen moesten de architecten aan te nemen dat de demonstratie projecten moesten voldoen aan de eis van het maken van series gebouwen die niet beperkt zijn tot specifieke doelgroepen, maar die een breed scala van kopers zal aantrekken en betaalbaar voor de meeste mensen zal zijn. De betrokken architecten moesten 8-18 gebouwen die de hierboven genoemde principes van duurzaamheid geïntegreerd ontwerpen. Tot slot werden negen bedrijven geselecteerd om de finale planning van het project opdracht.
implementatie
De 101 huizen werden gebouwd door negen architectenbureaus en bijgevolg voor elke groep heeft zijn eigen ecologische profiel. Echter, in overeenstemming met de richtsnoeren voor de bouw van de bouwers moesten bepaalde thema's duurzaamheid te integreren. De volgende ecologische concepten in de praktijk gebracht:
1 Energie-efficiëntie;
2 minimalisering van warmteverlies;
3 Zonne-energie gebruik;
4 Biologische architectuur en duurzame materialen;
5 Flexibele bouw;
6 Geluidsisolatie;
7 Gezonde gebouw;
8 Bio-ecologisch verantwoorde gebouwen;
9 Waterverbruik minimaliseren;
10 Traffic control;
11 Landschap concepten;
12 Social community concepten.
61 woningen van de in totaal 101 gebouwen hebben warmte-terugwinning gestuurde ventilatiesystemen, 32 mechanische ventilatie zonder warmterecuperatie, en de overige acht woningen zijn natuurlijk geventileerd. Op bijna 80 woningen zonnecollectoren zijn geïnstalleerd om het zuiden. De oost-west-georiënteerde gebouwen niet was uitgerust met zonnecollectoren als de energiebesparing bleek te laag te zijn. Fotovoltaïsche zonne-energie werden op financiële gronden afgewezen.
Het minimaliseren van warmteverlies was het thema van een groep van achttien woningen. De maatregelen omvatten muur bouw van 120 mm dik kalksteen en een 130 mm dikke massieve thermische huid bedekt met 15 mm van gips, de installatie van zonwering om schaduw in de zomer te bieden, het uitrusten van met name kleine ramen aan de noordzijde en de grote bedrijven aan de zuiden.
Tien woningen in vijf aparte huizen werden speciaal ontworpen om te experimenteren met het gebruik van zonne-energie. Deze panden passieve zonne-energie, als woonvertrekken zijn gericht op het zuiden en wordt geleid door een enkel-glazen serre voor passieve zonne-energie winsten. Alle gebouwen zijn voorzien van zonnecollectoren voor water-verwarming. Een andere groep van elf gebouwen op te nemen passieve en actieve zonne-energie gebruiken als ze extra zonnecollectoren op het dak.
Organische architectuur was het thema van een andere twaalf huizen. Ecologische criteria zoals duurzaamheid, onderhoud niveau en de ingebedde energie waren alle fundamentele beginselen van hun ontwerp. Spouw metselwerk van kalk steen en verbrande stenen werden geselecteerd voor het groeperen. De daken waren bedekt met keramische dakpannen. Europees hout gebruikt voor ramen en onbehandelde cederhout werd geselecteerd voor andere houten delen.
Ten gebouwen tonen de voordelen van flexibele woningen. Dergelijke huizen hebben flexibele buitenwand modules, veranderlijk plattegronden, verplaatsbare binnenwanden en variabele installaties. De bewoners kunnen zowel de ruimte van een kamer evenals zijn functie te veranderen. Een ensemble van trap, levering schacht en toilet vormt de kern van de plattegrond. De overige kamers, inclusief de keuken, kan worden uitgebreid of worden verwijderd.
De tien gebouwen, die zijn ontworpen door de Technische Universiteit Eindhoven, zijn testcases voor geluidsisolatie. De maatregelen omvatten een laag geluidsniveau verwarming en ventilatie, de concentratie van high noise-level kamers (keuken, badkamer, trappenhuis, entree) aan de achterkant van het gebouw, de bescherming van het lawaai in de overige kamers van 150 mm, kalkstenen muren en speciale constructie van de slaapkamer (de rustige kamer) met een extra geïsoleerde houtskeletbouw en geluiddempend deuren.
De twaalf 'gezonde gebouwen "hulde aan het feit dat de gezondheidsrisico's, zoals allergieën of psychisch welbevinden, worden steeds meer belangrijke factoren van het ontwerpen van gebouwen. Het speciale ontwerp van deze woningen wordt gekenmerkt door ondervloer ruimteverwarming, een vacuüm-systeem voor het voorkomen van stof circulatie, kleine landingen op trappen etc. Daarnaast werd bijzondere aandacht besteed aan het voorkomen van "koude bruggen".
Het gebied van bio-ecologische gebouw zag de uitrusting van acht gebouwen met een zonnecollector voor stralingsverwarming wanden die zijn ontwikkeld in samenwerking met de industrie. Het probleem van de elektromagnetische smog werd behandeld door met betrekking tot de vloeren met een 20 mm dikke kurkvloeren en het beschilderen van muren met natuurlijke verven. Bovendien, al die gebouwen hebben natuurlijke ventilatie.
Om verspreiding van de opgedane kennis over duurzame methoden van stedenbouw, is een informatiecentrum gevestigd.
Acteurs en Structuren
De opdrachtgever van het Ecolonia project was het Bouwfonds Woningbouw corporatie. De stedenbouwkundige procedure werd uitgevoerd door de Belgische architect Lucien Kroll uit Brussel. De negen uitgenodigde architecten of architectuur teams waren BEAR-Architecten uit Gouda, Albert & Van Huut uit Amsterdam, Hopman bv uit Delft, JP Moehrlein uit Groningen, Bakker, Boots, Van Haaren en Van der Donk uit Schagen, Lindeman cs uit Cuijk, Peter van Gerwen uit Amersfoot, Archi Dienst Hertogenbosch en Vakgroep FAGO van de Technische Universiteit Eindhoven.
Financiën
De Ecolonia project werd medegefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De subsidies bedroegen 6 miljoen Nederlandse guldens. Een extra investering van 23.000 Nederlandse guldens per gebouw moest worden gemaakt. De kosten per gebouw varieert tussen 180.000 en 300.000 Nederlandse guldens.
Evaluatie en Verklaringen
De Ecolonia project werd geleid door de Bouwfond Woningbouw corporatie, een particuliere vereniging die heeft ook de gemeentelijke vertegenwoordigers als leden. Daarom is een nauwe samenwerking tussen de woningcorporatie, de gemeente, de architecten, en andere actoren zag er veelbelovend uit. Echter, de coördinatie proces bleek zeer tijdrovend als departementale verantwoordelijkheden waren niet gebundeld zijn. Administratieve aandringen op enige verantwoordelijkheden en gebrek aan ervaring in het uitvoeren van een geavanceerd model project had bij een aantal workshops en informatieve sessies worden overwonnen. Toch is deze procedure leidde tot moeilijkheden bij de planning en uitvoering van proces. Als gevolg daarvan, de financiering goedkeuringsproces kwam onder druk te staan , en dus een verlaging van de ecologische normen moest worden aanvaard.
Bron van informatie
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, (red.) 1994: The Greenhouse Effect. Preventieve Urban Acties in Nederland, Studie van het Internationaal Instituut voor het stadsmilieu, Delft, Den Haag
EA.UE, (red.) 1994: Nieuwe Duurzame Nederzettingen in Europa. Een analyse van de ervaring van de Zeven Case Study Settlements, herziene druk, Berlijn
Persoonlijk contact met Roger Rovers, april 2000
Contact:
NOVEM
Het Nederland Bureau voor
Energie en Milieu
Swentivoldstraat 21
Box 17 6130
NL - 6130 AA Sittard
www.nove.nl
citiy:
Alphen aan den Rijn:
Ecolonia is een onderdeel van de gemeente Alphen aan den Rijn, dat is gevestigd in het Nederlandse "groene hart" tussen Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Deze centrale ligging is een uitstekend argument voor het aanvaarden van Alphen aan den Rijn als de kleine stad die het meest geschikt is voor een demonstratieproject op het gebied van ecologische stadsontwikkeling. De site behoorde tot de gemeenteraad en was oorspronkelijk moerasgebied dat lag onder de zeespiegel. Tien jaar voor de geprojecteerde gestart, het land was kunstmatig gedraineerd door gieten op een drie meter diepe laag zand. De enige natuurlijke eigenschap van de landaanwinning is de waterloop.
Bevolking: 68000
Project werd toegevoegd bij 21.06.1996Project werd veranderd 05.03.2001
Uittreksel uit de database 'SURBAN - Goede praktijken in stedelijke ontwikkeling', gesponsord door: Europese Commissie, DG XI en de deelstaat Berlijn
Europese Academie voor de stedelijke omgeving · Bismarckallee 46-48 · D-14193 Berlijn · fax: ++ 49-30-8959 9919](---Ecolonia.I.txt.Nederlands_files/shapeimage_8.png)
